Interview met Besturenraad verschenen op 19 maart 2014.

Onderwijsvernieuwing is nodig. Maar wie vernieuwt, wordt vaak gestraft. Dat constateert Aldo van Duivenboden tijdens zijn stage als Schoolleider van Buiten bij PCBO Apeldoorn. Hij komt uit het bedrijfsleven. “Het onderwijs denkt nog vanuit het industriële tijdperk. Maar er worden nu heel andere dingen van mensen verwacht.”

Nee, hij werd niet op een ochtend wakker met de ingeving om het onderwijs in te gaan. “Ik heb een heel zakelijke, rationele achtergrond. Maar kwam steeds meer in het ‘mensenwerk’ terecht.”

Hoe zorg je ervoor dat mensen weer met energie en blije gezichten aan het werk gaan? Hoe laat je ze met hun talenten werken? Die vragen hielden Van Duivenboden bezig. En toen bedacht hij hoe mooi het zou zijn als je kinderen al zicht kunt geven op hun talent.

Nu loopt Van Duivenboden als Schoolleider van Buiten een jaar lang stage. Hij wil bijdragen aan vernieuwing van het onderwijs door de ervaringen uit het bedrijfsleven toe te voegen aan de ervaringen en expertise die aanwezig is in het onderwijs.

Dus het huidige onderwijs slaagt er niet in kinderen hun talent te laten ontdekken?

“Wat mij opvalt is dat er vaak wordt gezegd: het kind staat centraal. Maar intussen ligt de focus eenzijdig op Citoscores en cognitief leren.

Dat tekent het spanningsveld op dit moment. Het onderwijs denkt nog vanuit het industriële tijdperk: kinderen worden opgeleid om aan de wensen van de baas te voldoen, handjes en verstandjes. Maar we leven in een versneld tempo in een heel andere wereld: kennis kun je op elke hoek van de straat met je smartphone halen. Er wordt steeds meer van mensen verwacht dat ze houvast vinden in zichzelf in plaats van het houvast dat de baas voorheen kon bieden.

Het oude denken zegt dat we nog harder, nog efficiënter moeten werken. Dat is achterhaald, we hebben behoefte aan alle talenten, aan diversiteit in plaats van normale, gemiddelde mensen. Wie werkt vanuit zijn talent, krijgt energie en voelt zich zinvol omdat hij of zij een bijdrage kan leveren. Dat geldt trouwens ook voor mijzelf!”

Wat moet er daarvoor in de onderwijspraktijk veranderen?

“Het vak moet teruggebracht worden waar het hoort, namelijk bij de professional. We moeten de leerkracht weer professionele ruimte geven, om zelf initiatief en eigenaarschap te nemen.”

Dat horen we nu al zo lang. Maar het lijkt niet te lukken. Wat is er dan nodig om die leerkracht te professionaliseren?

“Een schoolleider met een brede rug, die tussen de vrijheid van de professional en de regeltjes in gaat staan. Ik geloof dat je deze ontwikkeling een impuls kunt geven door mensen van buiten te halen. Het voordeel van mensen van buiten is dat ze met een frisse blik kijken. Niet vanuit hoe het hoort en hoe het altijd was. Nieuwkomers nemen zaken waar op een manier waar de oudgedienden baat bij hebben. Vanuit het bedrijfsleven kunnen wij bijdragen aan een cultuur van doorpakken.”

Ik kan me voorstellen dat het op weerstand stuit: iemand van buiten het onderwijs die het allemaal beter weet.

“Natuurlijk is er ook wel huiver en weerstand. Leerkrachten vragen zich af hoe iemand die hun vak niet heeft uitgeoefend een bijdrage kan leveren. Maar elk nadeel heeft z’n voordeel: Mijn vak is om leiding te geven aan professionals en de positie en ontwikkeling van de professionals te versterken.

Ik hoef daarvoor geen expert te zijn; ieder zijn vak. Leerkrachten zijn vakmensen die zelf het beste weten wat er nodig is voor de kinderen. Ik faciliteer de leerkrachten en zorg voor de positionering van de school in de samenleving, die veel meer naar buiten gericht zal zijn. Ik wil een vernieuwende visie neerzetten en die concreet maken samen met de leerkrachten als sterk team.”

Wat is nou de grootste hobbel die genomen moet worden voor onderwijsvernieuwing?

“Ik heb niet de pretentie dat ik daar na deze korte tijd alle kennis over heb. Maar dit is mijn ervaring: de school waar ik nu stageloop biedt echt individuele leerlijnen aan. Dat leidt tot een aanzuigende werking: met name kinderen die op andere scholen niet zo op hun plek zitten, worden aangemeld. Dus de school groeit en gemiddelde Citoscore daalt wat. En daar word je voor gestraft. Je wordt voor je succes gestraft. Hoe komt dat? Omdat we heel eenzijdig cognitieve opbrengsten meten. Terwijl er gericht andere kwaliteiten ontwikkeld worden die minstens even relevant zijn voor de toekomst van de kinderen”

Oorspronkelijke artikel vind je hier


Aldo van Duivenboden

Aldo helpt professionals en teams te groeien en het potentieel dat ze bezitten te gebruiken om de wereld mooier te maken.

0 reacties

Laat een reactie achter

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Aldo van Duivenboden